WASBEERHOND
Lopend onderzoek WASBEERHOND
Bureau Mulder-natuurlijk doet samen met het RIVM onderzoek aan dode wasbeerhonden, om na te gaan welke ziekten en parasieten wasbeerhonden bij zich kunnen dragen, en om gegevens te verzamelen over hun ecologie: wat eten ze, hoe oud worden ze, hoeveel jongen krijgen ze, enzovoort.
We willen dus graag alle dode wasbeerhonden inzamelen en onderzoeken. Een gevonden of geschoten wasbeerhond kan in een vriezer worden opgeslagen, of desnoods op een koele plek bewaard. Doe er altijd de vindgegevens bij: locatie (bv coördinaten), wegnummer met hectometerpaaltje, datum, vinder, telefoonnummer. Als u hem op wilt laten zetten, is het mogelijk het onderzoek zodanig uit te voeren dat het niet nadelig uitvalt voor de kwaliteit van het opgezette dier. Of kan de preparateur ons de 'bout' aanleveren voor onderzoek.
Meld een dode wasbeerhond zo snel mogelijk bij mij, via sms of een telefoontje: 06-10708498. Dan kunnen we overleggen hoe en wanneer het dier wordt opgehaald.
Wasbeerhond: een nieuwe soort in Nederland
De wasbeerhond (Nyctereutes procyonoides) wordt steeds vaker in ons land gesignaleerd, meestal als verkeersslachtoffer of tijdens de maïsoogst. Door jagers wordt hij ook wel, naar het duits, marterhond genoemd, maar wasbeerhond is de officiële Nederlandse naam. Wat is het voor een dier en wat moeten we er mee? Het is een hond-achtige, zo groot als een vos, maar wat lager op de poten. Hij is inheems in het verre oosten van Azië en werd voor zijn dikke, ruige pels in enkele Sovjetstaten gefokt en uitgezet, rond de Tweede Wereldoorlog. De Russen maken er bijvoorbeeld warme hoofddeksels van (zie foto). Vanuit Rusland verbreidde de wasbeerhond zich de laatste decennia over de rest van Europa. In de Flora en Faunawet wordt hij genoemd in bijlage 1 van de 'Regeling beheer en schadebestrijding dieren' (weliswaar met de foutieve naam 'marterhond'). Het is daarmee een diersoort waarvan de stand mag worden beperkt, als bedoeld in artikel 67.1. Maar voor het gebruik van het geweer daarbij is wel een aanwijzing van de provincie nodig.
Ecologisch gezien lijkt er voorlopig echter geen reden voor bestrijding te zijn. Er zijn twee uitgebreide risico-analyses gemaakt (download hier, engelstalig; tweede: download hier), op basis van alle kennis die elders in Europa is verzameld. Daaruit bleek dat er nauwelijks diersoorten zijn die een reëel gevaar lopen als gevolg van de aanwezigheid van deze exoot. In jagersbladen wordt de wasbeerhond nog al eens afgeschilderd als een groot gevaar voor onze inheemse fauna, maar bij onderzoek is daar nooit iets van gebleken. Wasbeerhonden zijn geen ‘jagers’, ze rennen bijvoorbeeld niet achter konijnen aan, maar scharrelen rond met hun neus over de grond en eten alles wat ze tegenkomen: muizen, kikkers, padden, vis (als ze erbij kunnen), slakken, insecten, vruchten, maïs, enzovoort. Als ze een vogelnest tegenkomen, laten ze de eieren of jongen uiteraard niet liggen.
Wasbeerhonden blijven het liefst in de dekking en hebben een voorkeur voor vochtige biotopen zoals rietvelden en moerasbossen, maar kunnen ook overal elders voorkomen. Vanwege hun voorkeur voor rietland, kan het zijn dat ze bij ons een gevaar gaan vormen voor typische rietvogels zoals purperreigers en roerdompen. Lokaal beheer is dan wellicht aan de orde en zinvol, maar overal in ons land wasbeerhonden bestrijden is nergens voor nodig. Het jaarlijks afschieten van 40.000 wasbeerhonden in Duitsland heeft geen merkbare invloed op de stand, en heeft de opmars naar ons land niet vertraagd. Nu zijn wasbeerhonden bij ons nog relatief zeldzaam, en komen ze nog vooral voor in het noordoosten van ons land, maar uiteindelijk gaan ze waarschijnlijk net zo algemeen worden als de vos.
Voor de verschillen en overeenkomsten tussen wasbeer en wasbeerhond, zie hier.